Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. embryo:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. embryo:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor embryo (Zweeds) in het Nederlands

embryo:

embryo [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. embryo (foster)
    de foetus; het embryo
    • foetus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • embryo [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. embryo (spor; sädescell; befruktningscell)
    de spore; de kiemcel
    • spore [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kiemcel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor embryo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embryo embryo; foster
foetus embryo; foster
kiemcel befruktningscell; embryo; spor; sädescell fortplantningscell
spore befruktningscell; embryo; spor; sädescell

Wiktionary: embryo


Cross Translation:
FromToVia
embryo embryo EmbryoAnthropologie: Leibesfrucht des Menschen von der vierten Woche der Schwangerschaft bis zum Ende des vierten Schwangerschaftsmonats
embryo embryo; kiem embryon — bébé

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor embryo (Nederlands) in het Zweeds

embryo:

embryo [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het embryo (foetus)
    foster; embryo
    • foster [-ett] zelfstandig naamwoord
    • embryo [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor embryo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embryo embryo; foetus kiemcel; spore
foster embryo; foetus ongeboren vrucht

Wiktionary: embryo


Cross Translation:
FromToVia
embryo embryo EmbryoAnthropologie: Leibesfrucht des Menschen von der vierten Woche der Schwangerschaft bis zum Ende des vierten Schwangerschaftsmonats
embryo embryo embryon — bébé

Computer vertaling door derden: