Overzicht
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
-
flörta:
-
Wiktionary:
flörta → aan de scharrel zijn, fladderen, flirten, scharrelen, wapperen -
Synoniemen voor "flörta":
stöta; charma; kurtisera
-
Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor flörta (Zweeds) in het Nederlands
flörta: (*Woord en zin splitter gebruikt)
flörta:
Synoniemen voor "flörta":
Wiktionary: flörta
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • flörta | → aan de scharrel zijn; fladderen; flirten; scharrelen; wapperen | ↔ flirter — S’adonner au flirt. |