Kassör: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

kassör:
- kashouder; incasseerder; inner; kashoudster; penningmeester; thesaurier; schatmeester; kassier; kassiere
Wiktionary:
- kassör → muntmeester, penningmeester, kashouder, kassier

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kassör (Zweeds) in het Nederlands

kassör
kashouder
- kashouder [znw.] zelfstandig naamwoord
kassör
de incasseerder; inner
- incasseerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- inner [znw.] zelfstandig naamwoord
kassör
kashoudster
- kashoudster [znw.] zelfstandig naamwoord
kassör (skattmästare; finanschef; räntmästare)
de penningmeester; de thesaurier; de schatmeester; de kassier
- penningmeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- thesaurier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schatmeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kassier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
kassör (kassörska)
kassiere
- kassiere [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
incasseerder	kassör
inner	kassör
kashouder	kassör
kashoudster	kassör
kassier	finanschef; kassör; räntmästare; skattmästare
kassiere	kassör; kassörska
penningmeester	finanschef; kassör; räntmästare; skattmästare
schatmeester	finanschef; kassör; räntmästare; skattmästare
thesaurier	finanschef; kassör; räntmästare; skattmästare

Cross Translation:

From	To	Via
• kassör	→ muntmeester; penningmeester; kashouder; kassier	↔ trésorier — Personne qui, dans une association, est chargée de percevoir les revenus, le montant des souscriptions, et d’en rendre compte.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads