Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kvartal:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kvartal (Zweeds) in het Nederlands

kvartal:

kvartal [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. kvartal
    het kwartaal
    • kwartaal [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. kvartal (fjärdedels år)
    het trimester

kvartal bijvoeglijk naamwoord

  1. kvartal
    quartair; kwartair

Vertaal Matrix voor kvartal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwartaal kvartal
trimester fjärdedels år; kvartal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
quartair kvartal per kvartal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kwartair kvartal

Synoniemen voor "kvartal":

  • del av år

Wiktionary: kvartal


Cross Translation:
FromToVia
kvartal kwartaal; trimester quarter — period of three months

Verwante vertalingen van kvartal