Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. planka:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor planka (Zweeds) in het Nederlands

planka:

planka [-en] zelfstandig naamwoord

  1. planka (hylla; bräda)
    legbord
    • legbord [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor planka:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
legbord bräda; hylla; planka

Synoniemen voor "planka":


Wiktionary: planka


Cross Translation:
FromToVia
planka plank plank — long, broad and thick piece of timber