Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. radiator:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. radiator:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor radiator (Zweeds) in het Nederlands

radiator:

radiator [-en] zelfstandig naamwoord

  1. radiator (element; värmeelement; kylare på bil)
    de radiator; de radiateur; de koelmantel
  2. radiator
    straler
    • straler [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor radiator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koelmantel element; kylare på bil; radiator; värmeelement
radiateur element; kylare på bil; radiator; värmeelement
radiator element; kylare på bil; radiator; värmeelement
straler radiator

Synoniemen voor "radiator":


Wiktionary: radiator


Cross Translation:
FromToVia
radiator radiator Heizkörper — Teil einer Heizung, der die Wärme in einen Innenraum übertragen soll



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor radiator (Nederlands) in het Zweeds

radiator:

radiator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de radiator (radiateur; koelmantel)
    element; värmeelement; kylare på bil; radiator

Vertaal Matrix voor radiator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
element koelmantel; radiateur; radiator basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
kylare på bil koelmantel; radiateur; radiator
radiator koelmantel; radiateur; radiator straler
värmeelement koelmantel; radiateur; radiator

Verwante woorden van "radiator":

  • radiatoren, radiators

Wiktionary: radiator


Cross Translation:
FromToVia
radiator värmelement; radiator; element Heizkörper — Teil einer Heizung, der die Wärme in einen Innenraum übertragen soll
radiator kylare Kühler — Vorrichtung zum Kühlen des Motors von einem Kraftfahrzeug