Engels

Uitgebreide synoniemen voor miserly in het Engels

miserly:

miserly bijvoeglijk naamwoord

  1. miserly
    avaricious; stingy; miserly; niggardly

miserly

  1. miserly

miserly bijvoeglijk naamwoord

  1. miserly
    – (used of persons or behavior) characterized by or indicative of lack of generosity 1
    mean; tight; miserly; mingy
    – (used of persons or behavior) characterized by or indicative of lack of generosity 1
    • mean bijvoeglijk naamwoord
      • a mean person1
    • tight bijvoeglijk naamwoord
    • miserly bijvoeglijk naamwoord
      • he left a miserly tip1
    • mingy bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "miserly":


Alternatieve synoniemen voor "miserly":


Verwante definities voor "miserly":

  1. (used of persons or behavior) characterized by or indicative of lack of generosity1
    • he left a miserly tip1

miser:

miser [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the miser
    the miser; the haggler; the niggard; the money-grub; the skinflint; the short arms deep pockets
  2. the miser
    the miser; the skin-flint
    • miser [the ~] zelfstandig naamwoord
    • skin-flint [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the miser
    the sourpuss; the miser
    • sourpuss [the ~] zelfstandig naamwoord
    • miser [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the miser
    – a stingy hoarder of money and possessions (often living miserably) 1
    the miser
    – a stingy hoarder of money and possessions (often living miserably) 1
    • miser [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "miser":


Alternatieve synoniemen voor "miser":


Verwante definities voor "miser":

  1. a stingy hoarder of money and possessions (often living miserably)1