Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal paprika

Vertaal paprika van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

paprika:
- paprika
Wiktionary:
- paprika → paprika
- paprika → paprika

Engels

Uitgebreide vertaling voor paprika (Engels) in het Nederlands

paprika:

paprika [the ~] zelfstandig naamwoord

the paprika (capsicum; pepper)
de paprika
- paprika [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paprika:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
paprika	capsicum; paprika; pepper
-	Capsicum annuum grossum; bell pepper; pimento; pimiento; sweet pepper; sweet pepper plant

Synoniemen voor "paprika":

sweet pepper; bell pepper; pimento; pimiento; sweet pepper plant; Capsicum annuum grossum; capsicum; pepper; capsicum pepper plant
flavorer; flavourer; flavoring; flavouring; seasoner; seasoning

Verwante definities voor "paprika":

a mild powdered seasoning made from dried pimientos¹
plant bearing large mild thick-walled usually bell-shaped fruits; the principal salad peppers¹

Wiktionary: paprika

paprika

noun

spice
- paprika → paprika

Cross Translation:

From	To	Via
• paprika	→ paprika	↔ paprika — condiment

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University