Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal requerir

Vertaal requerir van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. requerir:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor requerir (Spaans) in het Nederlands

requerir:

requerir werkwoord

  1. requerir (aconsejar; intimar; citar a juicio; exhortar; amanecer)
    aanmanen; aanmanen tot een verplichting; sommeren; manen
  2. requerir (requisitar)
    rekwisiteren
    • rekwisiteren werkwoord (rekwisiteer, rekwisiteert, rekwisiteerde, rekwisiteerden, gerekwisiteerd)
  3. requerir (aconsejar; exhortar)
    manen; iemand aansporen
  4. requerir (hacer venir; evocar; llamar; )
    oproepen; sommeren; ontbieden
    • oproepen werkwoord (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
    • sommeren werkwoord (sommeer, sommeert, sommeerde, sommeerden, gesommeerd)
    • ontbieden werkwoord (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)

Conjugations for requerir:

presente
  1. requiero
  2. requieres
  3. requiere
  4. requerimos
  5. requerís
  6. requieren
imperfecto
  1. requería
  2. requerías
  3. requería
  4. requeríamos
  5. requeríais
  6. requerían
indefinido
  1. requerí
  2. requeriste
  3. requirió
  4. requerimos
  5. requeristeis
  6. requirieron
fut. de ind.
  1. requeriré
  2. requerirás
  3. requerirá
  4. requeriremos
  5. requeriréis
  6. requerirán
condic.
  1. requeriría
  2. requerirías
  3. requeriría
  4. requeriríamos
  5. requeriríais
  6. requerirían
pres. de subj.
  1. que requiera
  2. que requieras
  3. que requiera
  4. que requeramos
  5. que requeráis
  6. que requieran
imp. de subj.
  1. que requiriera
  2. que requirieras
  3. que requiriera
  4. que requiriéramos
  5. que requirierais
  6. que requirieran
miscelánea
  1. ¡requiere!
  2. ¡requerid!
  3. ¡no requieras!
  4. ¡no requeráis!
  5. requerido
  6. requiriendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

requerir [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el requerir (reclamar)
    aanspraak maken op; de claim

Vertaal Matrix voor requerir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspraak maken op reclamar; requerir
claim reclamar; requerir demanda; demanda judicial; exigencia; notificación; reclamación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmanen aconsejar; amanecer; citar a juicio; exhortar; intimar; requerir
aanmanen tot een verplichting aconsejar; amanecer; citar a juicio; exhortar; intimar; requerir
aanspraak maken op exigir; reclamar; reivindicar
iemand aansporen aconsejar; exhortar; requerir
manen aconsejar; amanecer; citar a juicio; exhortar; intimar; requerir amonestar; apremiar; criticar; declarar hereje; instigar; reconvenir; regañar; reprender; reprobar; señalar; vituperar
ontbieden anunciar; avisar; citar; citar a juicio; convocar; convocar a; evocar; hacer venir; llamar; notificar; pedir; reclutar; requerir convocar a; hacer venir; llamar; llamar a; mandar venir
oproepen anunciar; avisar; citar; citar a juicio; convocar; convocar a; evocar; hacer venir; llamar; notificar; pedir; reclutar; requerir convocar a; hacer venir; llamar; llamar a; mandar venir
rekwisiteren requerir; requisitar
sommeren aconsejar; amanecer; anunciar; avisar; citar; citar a juicio; convocar; convocar a; evocar; exhortar; hacer venir; intimar; llamar; notificar; pedir; reclutar; requerir

Synoniemen voor "requerir":


Wiktionary: requerir

requerir
verb
  1. aansporen, manen
  2. als noodzakelijke voorwaarde hebben
Cross Translation:
FromToVia
• requerir → vragen ↔ ask — make a request
• requerir → aanmanen ↔ einmahnen — an eine Verpflichtung oder Schuld erinnern







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0471 seconde
Page rendered in 1.0 seconds