Frans

Uitgebreide vertaling voor mettre sur la table (Frans) in het Nederlands

mettre sur la table:

mettre sur la table werkwoord

  1. mettre sur la table (alléguer; soulever; proposer; )
    ter sprake brengen; aanvoeren; entameren; aansnijden; opwerpen; aankaarten; te berde brengen; op tafel leggen; opperen
    • ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
    • aanvoeren werkwoord (voer aan, voert aan, voerde aan, voerden aan, aangevoerd)
    • entameren werkwoord
    • aansnijden werkwoord (snijd aan, snijdt aan, sneed aan, sneden aan, aangesneden)
    • opwerpen werkwoord (werp op, werpt op, werpte op, werpten op, opgeworpen)
    • aankaarten werkwoord (kaart aan, kaartte aan, kaartten aan, aangekaart)
    • te berde brengen werkwoord (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
    • op tafel leggen werkwoord
    • opperen werkwoord (opper, oppert, opperde, opperden, geopperd)
  2. mettre sur la table (entamer la conversation; ouvrir; entamer; )
    ter sprake brengen; aansnijden; starten; entameren; openen; opwerpen; gesprek aanknopen; te berde brengen; aankaarten; aanknopen
    • ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
    • aansnijden werkwoord (snijd aan, snijdt aan, sneed aan, sneden aan, aangesneden)
    • starten werkwoord (start, startte, startten, gestart)
    • entameren werkwoord
    • openen werkwoord (open, opent, opende, openden, geopend)
    • opwerpen werkwoord (werp op, werpt op, werpte op, werpten op, opgeworpen)
    • gesprek aanknopen werkwoord
    • te berde brengen werkwoord (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
    • aankaarten werkwoord (kaart aan, kaartte aan, kaartten aan, aangekaart)
    • aanknopen werkwoord (knoop aan, knoopt aan, knoopte aan, knoopten aan, aangeknoopt)

Vertaal Matrix voor mettre sur la table:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanknopen attaché; boutonné; lié
aansnijden fait d'entamer
aanvoeren direction; tête
entameren fait d'entamer
opwerpen jeter en l'air; lancer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankaarten aborder; alléguer; avancer; citer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; invoquer; lancer; mettre en avant; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer; présenter; soulever entamer
aanknopen aborder; avancer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; lancer; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer commencer; débuter; démarrer; engager; entamer; lier; nouer
aansnijden aborder; alléguer; avancer; citer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; invoquer; lancer; mettre en avant; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer; présenter; soulever entamer
aanvoeren aborder; alléguer; citer; entamer; invoquer; mettre en avant; mettre sur la table; mettre sur le tapis; proposer; présenter; soulever administrer; avancer; avancer des arguments; avoir le commandement; commander; conduire; diriger; gouverner; gérer; lancer; manier; mener; ordonner; piloter; proposer; présider
entameren aborder; alléguer; avancer; citer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; invoquer; lancer; mettre en avant; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer; présenter; soulever
gesprek aanknopen aborder; avancer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; lancer; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer
op tafel leggen aborder; alléguer; citer; entamer; invoquer; mettre en avant; mettre sur la table; mettre sur le tapis; proposer; présenter; soulever entamer
openen aborder; avancer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; lancer; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer agrandir; construire; construire en plus; desserrer; déboucher; déboulonner; déboutonner; découvrir; dénouer; développer; déverrouiller; dévisser; enfler; exposer; frayer; gonfler; grossir; inaugurer; introduire; lever; mettre à nu; ouvrir; prendre de l'ampleur; prendre de l'expansion; prendre du poids; publier; rajouter une aile; rendre accessible; rendre public; révéler; s'amplifier; s'enfler; se dilater; tourner; élargir; étendre; évaser
opperen aborder; alléguer; citer; entamer; invoquer; mettre en avant; mettre sur la table; mettre sur le tapis; proposer; présenter; soulever avancer; entamer; lancer; postuler; proposer; présenter; présupposer; se présenter comme postulant; soulever; suggérer; émettre l'opinion
opwerpen aborder; alléguer; avancer; citer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; invoquer; lancer; mettre en avant; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer; présenter; soulever jeter en l'air; lancer; lancer en l'air
starten aborder; avancer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; lancer; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer activer; allumer; amorcer; annoncrer; brancher sur; commencer; commencer à; donner le signal du départ pour; débuter; démarrer; engager; entamer; entreprendre; entrer en vigueur; envoyer; faire; faire fonctionner; faire marcher; inaugurer; lancer; mettre en circuit; mettre en marche; ouvrir; partir; prendre; s'activer; se mettre en mouvement; toucher; établir le contact
te berde brengen aborder; alléguer; avancer; citer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; invoquer; lancer; mettre en avant; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer; présenter; soulever avancer; lancer; proposer
ter sprake brengen aborder; alléguer; avancer; citer; démarrer; entamer; entamer la conversation; inaugurer; invoquer; lancer; mettre en avant; mettre en marche; mettre sur la table; mettre sur le tapis; ouvrir; proposer; présenter; soulever aborder; attiser; entamer; mettre quelque chose sur le tapis; ranimer; raviver; évoquer

Verwante vertalingen van mettre sur la table