Nederlands

Uitgebreide vertaling voor banderol (Nederlands) in het Duits

banderol:

banderol [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de banderol (strook)
    die Banderole; der Streifen; die Blende
    • Banderole [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Streifen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Blende [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor banderol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Banderole banderol; strook
Blende banderol; strook bies; diafragma; f-stop; lensopening; loos venster; loze deur; oogklep; strook
Streifen banderol; strook boordsel; film; filmrolletje; galon; omzoming; oplegsel; passement; rolprent; strepen; tres

Verwante woorden van "banderol":

  • banderollen

Wiktionary: banderol


Cross Translation:
FromToVia
banderol Banderole; Papierstreifen; Streifen; Streifband; Verschlußband banderole — Petite bande d’étoffe flottante en forme de flamme.
banderol Phylakterion; Reliquiar; Schrein; Reliquienschrein; Gebetsriemen; Tefillin phylactère — (term, Art chrétien médiéval) banderole peinte, dessinée ou sculptée, sur laquelle se déploient les paroles prononcées par le personnage que l'on représente.