Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bies:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bies (Nederlands) in het Duits

bies:

bies [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bies (strook)
    die Biese; Zierstreifen; die Blende; Schilf; die Binse; der Paspel; Zierleiste; Riedgras; der Riedstengel
    • Biese [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zierstreifen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Blende [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schilf [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Binse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Paspel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Zierleiste [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Riedgras [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Riedstengel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bies:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Biese bies; strook
Binse bies; strook
Blende bies; strook banderol; diafragma; f-stop; lensopening; loos venster; loze deur; oogklep; strook
Paspel bies; strook
Riedgras bies; strook rietgras
Riedstengel bies; strook
Schilf bies; strook oeverriet; riet; rietbos; rietstengel; rotan
Zierleiste bies; strook
Zierstreifen bies; strook

Verwante woorden van "bies":

  • biezen

Wiktionary: bies

bies
noun
  1. dekorativer umlaufender Zierstreifen auf Wänden, Textilien, Gefäßen u.a.

Cross Translation:
FromToVia
bies Binse rush — plant