Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inconsistent (Nederlands) in het Duits

inconsistent:

inconsistent bijvoeglijk naamwoord

  1. inconsistent (onsamenhangend)
    unzusammenhängend; folgewidrig; inkonsequent; nicht folgerichtig
  2. inconsistent (veranderlijk)
    unbeständig; zweifelhaft; wechselhaft; unentschlossen

Vertaal Matrix voor inconsistent:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
folgewidrig inconsistent; onsamenhangend inconsequent
inkonsequent inconsistent; onsamenhangend inconsequent
nicht folgerichtig inconsistent; onsamenhangend inconsequent
unbeständig inconsistent; veranderlijk aarzelend; buiig; geestelijk onstabiel; grillig; halfslachtig; labiel; los; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; ongedurig; onstabiel; onstandvastig; onvast; onvoorspelbaar; rank; schoorvoetend; twijfelmoedig; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig; weifelend; wispelturig; wisselend; wisselvallig
unentschlossen inconsistent; veranderlijk aarzelend; besluiteloos; besluitloos; dralend; halfslachtig; langzaam; leuterig; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; schoorvoetend; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; twijfelmoedig; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend
unzusammenhängend inconsistent; onsamenhangend
wechselhaft inconsistent; veranderlijk buiig; los; onvast; rank; variërend; wankel; wankelbaar; wankelend; wisselend; wisselvallig
zweifelhaft inconsistent; veranderlijk discutabel; niet zeker; ongewis; onvast; twijfelachtig

Verwante woorden van "inconsistent":

  • inconsistente