Nederlands

Uitgebreide vertaling voor saai (Nederlands) in het Duits

saai:

saai bijvoeglijk naamwoord

  1. saai (vervelend; eentonig; suf; )
    langweilig; eintönig; fahl; schlafbringend; öde; fade; geisttötend; geistlos; einförmig
  2. saai (vervelend; ellendig; afgezaagd; )
    schwerlich; lästig; sauer; schwierig; unangenehm; langweilig; mies; hinderlich; beschwerlich; öde; schwer; problematisch; unbequem; mühsam
  3. saai (geestdodend; eentonig; suf; stom; afstompend)
    blöd; langweilig; doof; dumm; stumpfsinnig; geisttötend; geistlos
  4. saai (eentonig; slaapverwekkend; monotoon)
    langweilig; eintönig; öde; fade; dösig; abgeschmackt
  5. saai (zonder afleiding; langdradig; taai)
    langweilig; nicht abgelenkt; fade; öde; geistlos; geisttötend

Vertaal Matrix voor saai:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schwer groots; grootschalig; reuze
- eentonig; vervelend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abgeschmackt eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend
beschwerlich afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend bezwaarlijk; delicaat; ergerlijk; hachelijk; irritant; kritiek; lastig; met bezwaren; netelig; penibel; precair; vervelend
blöd afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; eigenaardig; geesteloos; gek; geschift; gestoord; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; typisch; verstandeloos; vreemd; zot
doof afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf aanmatigend; achterlijk; afgestompt; bot; breinloos; dom; dorps; geesteloos; hersenloos; idioot; lomp; onbehouwen; onbenullig; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; onnozel; onopgevoed; onverstandig; respectloos; stompzinnig; stupide; verstandeloos
dumm afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf achtergebleven; achterlijk; afgestompt; bot; breinloos; dom; dwaas; eenvoudig; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; licht; lomp; makkelijk; minderbegaafd; niet moeilijk; oerdom; oliedom; onbehouwen; onbenullig; onbeschaafd; onbezonnen; onnozel; onopgevoed; onverstandig; overbluft; paf; perplex; redeloos; simpel; sprakeloos; stom; stompzinnig; stomverbaasd; stupide; verstandeloos; zonder verstand; zwijgend
dösig eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend daas; doezelig; dof; dommelig; geesteloos; lodderig; mat; slaperig; soezerig; soezig; suf; suffig; versuft
einförmig afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo; uniform
eintönig afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend
fade afgezaagd; eentonig; langdradig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; taai; vervelend; zonder afleiding flauw; melig; smakeloos; zonder smaak; zouteloos
fahl afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend bleek; flauw; flets; grauw; kleurloos; mistig; nevelachtig; onduidelijk; onhelder; pips; vaag; vaal; vagelijk; verschoten; wazig
geistlos afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; langdradig; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf; taai; vervelend; zonder afleiding achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dood; eenvoudig; geesteloos; gemakkelijk; hersenloos; idioot; inhoudsloos; leeg; levenloos; licht; makkelijk; niet bezield; niet moeilijk; onbenullig; onbezield; onnozel; onverstandig; simpel; stompzinnig; stupide; verstandeloos
geisttötend afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; langdradig; monotoon; saai; slaapverwekkend; stom; suf; taai; vervelend; zonder afleiding achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
hinderlich afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend delicaat; hachelijk; hinder veroorzakend; hinderlijk; kritiek; lastig; netelig; onaangenaam; ongemakkelijk; penibel; precair; storend
langweilig afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; slaapverwekkend; stom; suf; taai; vervelend; zonder afleiding
lästig afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend bezwaarlijk; delicaat; gegeneerd; hachelijk; hinder veroorzakend; hinderlijk; kritiek; krukkig; lastig; lastige; met bezwaren; naar; netelig; niet schikkend; onaangenaam; onbeholpen; oncomfortabel; ongelegen; ongemakkelijk; ongerieflijk; onhandig; onplezierig; onverkwikkelijk; opgelaten; penibel; precair; schutterig; slungelig; storend; stumperig; stuntelig; sukkelig
mies afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend bedriegelijk; donker; dubieus; duister; gefingeerd; gemeen; glibberig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; min; nagemaakt; niet hoog; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; slecht; vals; verdacht
mühsam afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend moeizaam
nicht abgelenkt langdradig; saai; taai; zonder afleiding
problematisch afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend kritisch; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; problematisch
sauer afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend bitter; boos; ergerlijk; gebelgd; gepikeerd; geprikkeld; giftig; hard; hardop; irritant; kwaad; luid; misnoegd; nijdig; ontevreden; ontstemd; verbolgen; vertoornd; vervelend; woedend; wrang; wrevelig; zeer boos; zuur; zuur smakend
schlafbringend afgezaagd; eentonig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; vervelend
schwer afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend aanmerkelijk; aanzienlijk; agressief; beduidend; behoorlijk; beklemmend; delicaat; dikwijls; enorm; flink; fors; frequent; geducht; gewelddadig; grof; grofgebouwd; hachelijk; hinderlijk; in hoge mate; knellend; kritiek; lastig; lomp; machtig; massief; meermaals; menigmaal; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; naar; netelig; niet hol; nijpend; onaangenaam; ongelegen; onplezierig; onverkwikkelijk; penibel; precair; regelmatig; ruw; slecht verteerbaar; smartelijk; storend; vaak; veelvuldig; zwaar
schwerlich afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend
schwierig afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend belastend; bezwarend; complex; delicaat; eigenwijs; eigenzinnig; gecompliceerd; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; hard; hardhoofdig; hardop; hinderlijk; ingewikkeld; keihard; koppig; kritiek; kritisch; lastig; luid; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; moeilijk begaanbaar; netelig; onaangenaam; onwillig; oorverdovend; penibel; precair; problematisch; risicovol; riskant; storend; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
stumpfsinnig afstompend; eentonig; geestdodend; saai; stom; suf achterlijk; afgestompt; breinloos; daas; dof; dom; eenvoudig; geesteloos; gek; gemakkelijk; geschift; gestoord; hersenloos; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; licht; maf; makkelijk; mat; mesjogge; niet goed snik; niet moeilijk; onbenullig; onnozel; onverstandig; simpel; soezerig; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; versuft; zot
unangenehm afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend brutaal; delicaat; ergerlijk; gegeneerd; hachelijk; hinderlijk; hondsbrutaal; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; irritant; kil; koud en vochtig; kritiek; lastig; lelijk; lelijk uitziend; naar; netelig; niet schikkend; onaangenaam; onbehaaglijk; ongelegen; ongemakkelijk; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; onwennig; opgelaten; penibel; precair; storend; stuitend; vervelend; vrijpostig
unbequem afgezaagd; ellendig; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; vervelend delicaat; gegeneerd; hachelijk; hinderlijk; kritiek; lastig; naar; netelig; niet schikkend; onaangenaam; onbehaaglijk; ongelegen; ongemakkelijk; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; onwennig; opgelaten; penibel; precair; storend
öde afgezaagd; eentonig; ellendig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; rot; saai; slaapverwekkend; suf; taai; vervelend; zonder afleiding afgezonderd; armzalig; bitter teleurgesteld; desolaat; doods; dor; droog; eenzaam; karig; mager; pover; schamel; schraal; uitgestorven; verbitterd; verdord; vereenzaamd; verlaten

Verwante woorden van "saai":


Synoniemen voor "saai":


Antoniemen van "saai":


Verwante definities voor "saai":

  1. zonder afwisseling1
    • er gebeurt weinig in dit verhaal, het is erg saai1

Wiktionary: saai

saai
adjective
  1. eintönig, uninteressant

Cross Translation:
FromToVia
saai langweilig boring — inciting boredom
saai langweilig; fad dull — boring
saai eintönig; monoton; langweilig; trist; gleichförmig; dröge; abgestumpft; einförmig humdrum — lacking variety or excitement; dull; boring
saai monoton; abwechslungslos; eintönig monotonous — tedious, repetitious or lacking in variety
saai überdrüssig; verdrießlich ennuyeux — Qui cause de l’ennui.
saai düster; schlechtgelaunt; widerwärtig; unangenehm; brummig; unwirsch; unfreundlich; langweilig; öde maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné.
saai eintönig; monoton monotone — Qui est toujours sur le même ton, qui n’est pas varier dans ses intonations ou dans ses inflexions.