Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal bouwvakkers

Vertaal bouwvakkers van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

bouwvakkers:
- construction workers; building workers
bouwvakker:
- construction worker; building labourer
Wiktionary:
- bouwvakker → building worker
- bouwvakker → builder

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwvakkers (Nederlands) in het Engels

bouwvakkers:

bouwvakkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de bouwvakkers
the construction workers; the building workers
- construction workers [the ~] zelfstandig naamwoord
- building workers [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bouwvakkers:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
building workers	bouwvakkers
construction workers	bouwvakkers

Verwante woorden van "bouwvakkers":

bouwvakker

bouwvakkers vorm van bouwvakker:

bouwvakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de bouwvakker (bouwer)
the construction worker; the building labourer
- construction worker [the ~] zelfstandig naamwoord
- building labourer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bouwvakker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
building labourer	bouwer; bouwvakker
construction worker	bouwer; bouwvakker

Verwante woorden van "bouwvakker":

bouwvakkers

Verwante definities voor "bouwvakker":

iemand die zelf huizen bouwt als beroep¹
- de bouwvakkers hebben vakantie¹

Wiktionary: bouwvakker

bouwvakker

noun

beroep|nld een arbeider die werkzaam is in de bouw
- bouwvakker → building worker

Cross Translation:

From	To	Via
• bouwvakker	→ builder	↔ bâtisseur — Celui, celle qui a la manie de faire bâtir.

¹Muiswerk Woordenboek