Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. multipliceren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor multipliceren (Nederlands) in het Engels

multipliceren:

multipliceren werkwoord

  1. multipliceren (dupliceren)
    to duplicate; to multiply
    • duplicate werkwoord (duplicates, duplicated, duplicating)
    • multiply werkwoord (multiplies, multiplied, multiplying)

Vertaal Matrix voor multipliceren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duplicate afschrift; copie; duplicaat; fotokopie; kopie; transcriptie; tweevoud
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duplicate dupliceren; multipliceren kopiëren; reproduceren; stencilen; verdubbelen; vermenigvuldigen; verveelvoudigen
multiply dupliceren; multipliceren aangroeien; kopiëren; stencilen; vermenigvuldigen; verveelvoudigen; voortplanten; zich vermeerderen