Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor navragend (Nederlands) in het Engels

navragend:

navragend bijvoeglijk naamwoord

  1. navragend (informerend)
    inquiring; interrogative; interrogatively; questioning

Vertaal Matrix voor navragend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
questioning ondervraging; verhoor; verhoring
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inquiring informerend; navragend vragend; vragenderwijs
interrogative informerend; navragend vragend; vragenderwijs
questioning informerend; navragend leergierig; studieus; vragend; vragenderwijs
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interrogatively informerend; navragend vragend; vragenderwijs

navragen:

navragen werkwoord (vraag na, vraagt na, vroeg na, vroegen na, nagevraagd)

  1. navragen
    to inquire
    • inquire werkwoord (inquires, inquired, inquiring)
  2. navragen
    to inquire; to ask
    • inquire werkwoord (inquires, inquired, inquiring)
    • ask werkwoord (asks, asked, asking)
  3. navragen
    the polling
    – The process of periodically determining the status of each device in a set so that the active program can process the events generated by each device, such as whether a mouse button was pressed or whether new data is available at a serial port. This can be contrasted with event-driven processing, in which the operating system alerts a program or routine to the occurrence of an event by means of an interrupt or message rather than having to check each device in turn. 1
    • polling [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. navragen (navraag doen; informeren)

Conjugations for navragen:

o.t.t.
  1. vraag na
  2. vraagt na
  3. vraagt na
  4. vragen na
  5. vragen na
  6. vragen na
o.v.t.
  1. vroeg na
  2. vroeg na
  3. vroeg na
  4. vroegen na
  5. vroegen na
  6. vroegen na
v.t.t.
  1. heb nagevraagd
  2. hebt nagevraagd
  3. heeft nagevraagd
  4. hebben nagevraagd
  5. hebben nagevraagd
  6. hebben nagevraagd
v.v.t.
  1. had nagevraagd
  2. had nagevraagd
  3. had nagevraagd
  4. hadden nagevraagd
  5. hadden nagevraagd
  6. hadden nagevraagd
o.t.t.t.
  1. zal navragen
  2. zult navragen
  3. zal navragen
  4. zullen navragen
  5. zullen navragen
  6. zullen navragen
o.v.t.t.
  1. zou navragen
  2. zou navragen
  3. zou navragen
  4. zouden navragen
  5. zouden navragen
  6. zouden navragen
diversen
  1. vraag na!
  2. vraagt na!
  3. nagevraagd
  4. navragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor navragen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
polling navragen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ask navragen aanvragen; aanzoeken; bidden; smeken; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen
inquire navragen onderzoeken; speuren; vorsen
inquire about informeren; navraag doen; navragen
make inquiries about informeren; navraag doen; navragen

Verwante woorden van "navragen":