Nederlandse synoniemen van dwaasheid, ander woord voor dwaasheid

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

dwaasheid:
- ongerijmdheid; absurditeit; onzinnigheid; dwaasheid; idioterie; onverstand; gekkigheid; gekte; gekheid; zotheid
dwaas:
- vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; maf; typisch; mal; idioot; onbezonnen
- idioot; simpele ziel; dwaas; dommerik; onnozelaar; onbenul; achterlijke; onnozele kerel; gek; imbeciel

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor dwaasheid in het Nederlands

dwaas
vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; maf; typisch; mal
- vreemd bijvoeglijk naamwoord
- eigenaardig bijvoeglijk naamwoord
- dwaas bijvoeglijk naamwoord
- gek bijvoeglijk naamwoord
- maf bijvoeglijk naamwoord
- typisch bijvoeglijk naamwoord
- mal bijvoeglijk naamwoord
dwaas
dwaas; idioot; onbezonnen
- dwaas bijvoeglijk naamwoord
- idioot bijvoeglijk naamwoord
- onbezonnen bijvoeglijk naamwoord
dwaas
gek; idioot; dwaas; maf
- gek bijvoeglijk naamwoord
- idioot bijvoeglijk naamwoord
- dwaas bijvoeglijk naamwoord
- maf bijvoeglijk naamwoord

de dwaas
de idioot; simpele ziel; de dwaas; de dommerik; de onnozelaar; de onbenul; de achterlijke; onnozele kerel
- idioot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- simpele ziel [znw.] zelfstandig naamwoord
- dwaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dommerik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onnozelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onbenul [de ~] zelfstandig naamwoord
- achterlijke [de ~] zelfstandig naamwoord
- onnozele kerel [znw.] zelfstandig naamwoord
de dwaas
de dwaas; de onnozelaar; de idioot
- dwaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- onnozelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- idioot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de dwaas
de gek; de idioot; de imbeciel; de dwaas
- gek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- idioot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- imbeciel [de ~] zelfstandig naamwoord
- dwaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord