Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor nietszeggend in het Nederlands

nietszeggend:

nietszeggend bijvoeglijk naamwoord

  1. nietszeggend
    nietszeggend; hol; inhoudsloos; leeg
  2. nietszeggend
    triviaal; onbelangrijk; futiel; nietsbetekenend; weinigzeggend; onbenullig; onbetekenend; onbeduidend; nietszeggend
  3. nietszeggend
    leeg; wazig; nietszeggend; glazig; wezenloos; uitdrukkingsloos

Verwante woorden van "nietszeggend":

  • nietszeggendheid, nietszeggende

niets zeggen:

niets zeggen werkwoord (zeg niets, zegt niets, zegde niets, zegden niets, niets gezegd)

  1. niets zeggen
    zwijgen; mondhouden; stil zijn; niets zeggen; z'n mond houden
    • zwijgen werkwoord (zwijg, zwijgt, zweeg, zwegen, gezwegen)
    • mondhouden werkwoord
    • stil zijn werkwoord (ben stil, bent stil, was stil, waren stil, stil geweest)
    • niets zeggen werkwoord (zeg niets, zegt niets, zegde niets, zegden niets, niets gezegd)
    • z'n mond houden werkwoord

Conjugations for niets zeggen:

o.t.t.
  1. zeg niets
  2. zegt niets
  3. zegt niets
  4. zeggen niets
  5. zeggen niets
  6. zeggen niets
o.v.t.
  1. zegde niets
  2. zegde niets
  3. zegde niets
  4. zegden niets
  5. zegden niets
  6. zegden niets
v.t.t.
  1. heb niets gezegd
  2. hebt niets gezegd
  3. heeft niets gezegd
  4. hebben niets gezegd
  5. hebben niets gezegd
  6. hebben niets gezegd
v.v.t.
  1. had niets gezegd
  2. had niets gezegd
  3. had niets gezegd
  4. hadden niets gezegd
  5. hadden niets gezegd
  6. hadden niets gezegd
o.t.t.t.
  1. zal niets zeggen
  2. zult niets zeggen
  3. zal niets zeggen
  4. zullen niets zeggen
  5. zullen niets zeggen
  6. zullen niets zeggen
o.v.t.t.
  1. zou niets zeggen
  2. zou niets zeggen
  3. zou niets zeggen
  4. zouden niets zeggen
  5. zouden niets zeggen
  6. zouden niets zeggen
diversen
  1. zeg niets!
  2. zegt niets!
  3. niets gezegd
  4. nietszeggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze