Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor onbelangrijk in het Nederlands

onbelangrijk:

onbelangrijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onbelangrijk
    triviaal; onbelangrijk; futiel; nietsbetekenend; weinigzeggend; onbenullig; onbetekenend; onbeduidend; nietszeggend

Verwante woorden van "onbelangrijk":

  • onbelangrijkheid, onbelangrijker, onbelangrijkere, onbelangrijkst, onbelangrijkste, onbelangrijke

Verwante synoniemen voor onbelangrijk