Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. oplazeren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor oplazeren in het Nederlands

oplazeren:

oplazeren werkwoord (lazer op, lazert op, lazerde op, lazerden op, opgelazerd)

  1. oplazeren
    opdonderen; opkrassen; inrukken; oplazeren; ophoepelen
    • opdonderen werkwoord (donder op, dondert op, donderde op, donderden op, opgedonderd)
    • opkrassen werkwoord (kras op, krast op, kraste op, krasten op, opgekrast)
    • inrukken werkwoord (ruk in, rukt in, rukte in, rukten in, ingerukt)
    • oplazeren werkwoord (lazer op, lazert op, lazerde op, lazerden op, opgelazerd)
    • ophoepelen werkwoord (hoepel op, hoepelt op, hoepelde op, hoepelden op, opgehoepeld)

Conjugations for oplazeren:

o.t.t.
  1. lazer op
  2. lazert op
  3. lazert op
  4. lazeren op
  5. lazeren op
  6. lazeren op
o.v.t.
  1. lazerde op
  2. lazerde op
  3. lazerde op
  4. lazerden op
  5. lazerden op
  6. lazerden op
v.t.t.
  1. ben opgelazerd
  2. bent opgelazerd
  3. is opgelazerd
  4. zijn opgelazerd
  5. zijn opgelazerd
  6. zijn opgelazerd
v.v.t.
  1. was opgelazerd
  2. was opgelazerd
  3. was opgelazerd
  4. waren opgelazerd
  5. waren opgelazerd
  6. waren opgelazerd
o.t.t.t.
  1. zal oplazeren
  2. zult oplazeren
  3. zal oplazeren
  4. zullen oplazeren
  5. zullen oplazeren
  6. zullen oplazeren
o.v.t.t.
  1. zou oplazeren
  2. zou oplazeren
  3. zou oplazeren
  4. zouden oplazeren
  5. zouden oplazeren
  6. zouden oplazeren
diversen
  1. lazer op!
  2. lazert op!
  3. opgelazerd
  4. oplazerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze