Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. snoet:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor snoet in het Nederlands

snoet:

snoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snoet
    porum; de smoel; de snuit; het bakkes; ponum; de tronie; het smoelwerk; de snoet
    • porum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • smoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snuit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bakkes [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ponum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tronie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • smoelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • snoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "snoet":

  • snoeten, snoetje, snoetjes