Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ponum:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ponum in het Nederlands

ponum:

ponum [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ponum
    porum; de smoel; de snuit; het bakkes; ponum; de tronie; het smoelwerk; de snoet
    • porum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • smoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snuit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bakkes [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ponum [znw.] zelfstandig naamwoord
    • tronie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • smoelwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • snoet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord