Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Nederlands ->Vertaal overlap

Synoniemen voor "overlap" in het Nederlands

Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. overlap:
  2. overlappen:

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor overlap in het Nederlands

overlap:

overlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overlap
    de overlap
    • overlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "overlap":


overlappen:

overlappen werkwoord (overlap, overlapt, overlapte, overlapten, overlapt)

  1. overlappen
    overlappen
    • overlappen werkwoord (overlap, overlapt, overlapte, overlapten, overlapt)

Conjugations for overlappen:

o.t.t.
  1. overlap
  2. overlapt
  3. overlapt
  4. overlappen
  5. overlappen
  6. overlappen
o.v.t.
  1. overlapte
  2. overlapte
  3. overlapte
  4. overlapten
  5. overlapten
  6. overlapten
v.t.t.
  1. heb overlapt
  2. hebt overlapt
  3. heeft overlapt
  4. hebben overlapt
  5. hebben overlapt
  6. hebben overlapt
v.v.t.
  1. had overlapt
  2. had overlapt
  3. had overlapt
  4. hadden overlapt
  5. hadden overlapt
  6. hadden overlapt
o.t.t.t.
  1. zal overlappen
  2. zult overlappen
  3. zal overlappen
  4. zullen overlappen
  5. zullen overlappen
  6. zullen overlappen
o.v.t.t.
  1. zou overlappen
  2. zou overlappen
  3. zou overlappen
  4. zouden overlappen
  5. zouden overlappen
  6. zouden overlappen
en verder
  3. is overlapt
  6. zijn overlapt
diversen
  1. overlap!
  2. overlapt!
  5. overlapt
  6. overlappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "overlappen":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0152 seconde
Page rendered in 1.0 seconds