Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor eenvoud (Nederlands) in het Zweeds

eenvoud:

eenvoud [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de eenvoud (soberheid; simpelheid)
    anspråkslöshet; enkelhet; frugalitet
  2. de eenvoud (ongekunsteldheid; natuurlijkheid)
    otvungenhet; naturlighet
  3. de eenvoud (eenvoudigheid; simpelheid)
    enkelhet

Vertaal Matrix voor eenvoud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anspråkslöshet eenvoud; simpelheid; soberheid bescheidenheid; deemoed; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; pretentieloosheid; voorkomendheid
enkelhet eenvoud; eenvoudigheid; simpelheid; soberheid bescheidenheid; pretentieloosheid; simpliciteit
frugalitet eenvoud; simpelheid; soberheid
naturlighet eenvoud; natuurlijkheid; ongekunsteldheid
otvungenhet eenvoud; natuurlijkheid; ongekunsteldheid ongedwongenheid