Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. indicator:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indicator (Nederlands) in het Zweeds

indicator:

indicator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de indicator (graadmeter)
    mätare; visare
    • mätare [-en] zelfstandig naamwoord
    • visare zelfstandig naamwoord
  2. de indicator
  3. de indicator
  4. de indicator
    symbol
    • symbol [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor indicator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mätare graadmeter; indicator
symbol indicator embleem; symbool; zinnebeeld
visare graadmeter; indicator evenaars
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
indikator indicator LED; lichtgevende diode
styrkortsindikator indicator

Verwante woorden van "indicator":

  • indicatoren, indicators