Duits

Uitgebreide synoniemen voor Defekt in het Duits

Defekt:

Defekt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Defekt
    der Defekt; der Fehler
    • Defekt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fehler [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Defekt
    der Mangel; Gebrechen; die Ermangelung; die Schwäche; der Defekt

Defekt [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Defekt
    die Abweichung; Handikap; Defekt

Alternatieve synoniemen voor "Defekt":