Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal Neuling

Synoniemen voor "Neuling" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

Neuling:
- Neuling; Grünling; Student im ersten Semester; Neuankömmling

Duits

Uitgebreide synoniemen voor Neuling in het Duits

Neuling:

Neuling [der ~] zelfstandig naamwoord

der Neuling
der Neuling; der Grünling; der Student im ersten Semester
- Neuling [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grünling [der ~] zelfstandig naamwoord
- Student im ersten Semester [der ~] zelfstandig naamwoord
der Neuling
der Neuling; der Neuankömmling
- Neuling [der ~] zelfstandig naamwoord
- Neuankömmling [der ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "Neuling":

Anfänger; Einsteiger; Greenhorn; Grünschnabel; Jungspund; Novize; Spund; Unerfahrener; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ