Duits

Uitgebreide synoniemen voor Unlust in het Duits

Unlust:

Unlust [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unlust
    der Aufruhr; die Unlust
    • Aufruhr [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Unlust [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Unlust
    der Unmut; die Unzufriedenheit; Unbehagen; der Streit; die Verstimmung; die Unlust; der Mißfallen; die Uneinigkeit; die Unfriede; die Ungehaltenheit
  3. die Unlust
    die Widerwilligkeit; die Abneigung; der Widerwille; die Unlust; die Unwille
  4. die Unlust
    die Apathie; die Unlust; die Lustlosigkeit

Alternatieve synoniemen voor "Unlust":