Duits

Uitgebreide synoniemen voor fest in het Duits

fest:

fest bijvoeglijk naamwoord

  1. fest
    fest; dauerhaft
  2. fest
    hart; laut; schnell; fest; schwierig; streng; lauthals; steif; herb; kaltblütig; sauer; lautstark; lärmend; schrill; unsanft; tosend; gefühllos; hörbar; geräuschvoll
  3. fest
    zuverlässig; fest; solide; gediegen; robust; dauerhaft; kräftig; tauglich; stabil; handfest
  4. fest
    straff; fest; eisern; streng; handfest
  5. fest
    zuverlässig; gründlich; solide; rechtschaffen; dauerhaft; tauglich; gediegen; tüchtig; stabil; solid; handfest; fest; kräftig; robust; effektiv
  6. fest
    drastisch; durchgreifend; fest; entschieden; kräftig; energisch; entschlossen; intensiv
  7. fest
    tiefgewurzelt; fest

Alternatieve synoniemen voor "fest":


Verwante synoniemen voor fest