Home ->Woordenboeken ->Duits/Duits ->Vertaal wöchentlich

Synoniemen voor "wöchentlich" in het Duits

Overzicht

Duits Synoniemen: Meer gegevens...

wöchentlich:
- wöchentlich; jede Woche

Duits

Uitgebreide synoniemen voor wöchentlich in het Duits

wöchentlich:

wöchentlich bijvoeglijk naamwoord

wöchentlich
wöchentlich; jede Woche
- wöchentlich bijvoeglijk naamwoord
- jede Woche bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "wöchentlich":

allwöchentlich; einmal die Woche; jede Woche einmal; Abstand; Intervall; Dauer; Frist; Periode; Phase; Spanne; Weile; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitabstand; Zeitdauer; Zeitdifferenz; Zeitintervall; Zeitlang; Zeitraum; Zeitspanne

Verwante synoniemen voor wöchentlich

zweimal wöchentlich