Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Vertaal wöchentlich

Vertaal wöchentlich van Duits naar Frans

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

wöchentlich:
- hebdomadaire; par semaine; tous les huit jours
Wiktionary:
- wöchentlich → hebdomadaire
- wöchentlich → hebdomadairement, une fois par semaine, hebdomadaire

Duits

Uitgebreide vertaling voor wöchentlich (Duits) in het Frans

wöchentlich:

wöchentlich bijvoeglijk naamwoord

wöchentlich (jede Woche)
hebdomadaire; par semaine; tous les huit jours
- hebdomadaire bijvoeglijk naamwoord
- par semaine bijvoeglijk naamwoord
- tous les huit jours bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor wöchentlich:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hebdomadaire		Blatt; Illustrierte; Journal; Magazin; Meldung; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Wochenblatt; Zeitschrift
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hebdomadaire	jede Woche; wöchentlich
par semaine	jede Woche; wöchentlich
tous les huit jours	jede Woche; wöchentlich

Synoniemen voor "wöchentlich":

allwöchentlich; einmal die Woche; jede Woche einmal; Abstand; Intervall; Dauer; Frist; Periode; Phase; Spanne; Weile; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitabstand; Zeitdauer; Zeitdifferenz; Zeitintervall; Zeitlang; Zeitraum; Zeitspanne

Wiktionary: wöchentlich

wöchentlich

adjective

jede Woche wiederkehrend, in jeder Woche
- wöchentlich → hebdomadaire

wöchentlich

adjective

Qui revient, qui paraît chaque semaine.
- hebdomadaire → wöchentlich

-
- hebdomadairement → wöchentlich; jede Woche

Cross Translation:

From	To	Via
• wöchentlich	→ hebdomadairement	↔ weekly — once every week
• wöchentlich	→ hebdomadairement; une fois par semaine	↔ weekly — every week
• wöchentlich	→ hebdomadaire	↔ weekly — happening once a week or every week

Verwante vertalingen van wöchentlich

zweimal wöchentlich