Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abrechnung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abrechnung (Duits) in het Engels

Abrechnung:

Abrechnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abrechnung (Rechnung; Rechenschaft; Verantwortung)
    the account
    • account [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Abrechnung
    the settlement of an account; the account
  3. die Abrechnung (Abrechnen; Verrechnung)
    the clearance; the settlement

Abrechnung

  1. Abrechnung
    the Billing
    – A navigation bar item that links to billing-related information. 1
    • Billing [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abrechnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Billing Abrechnung Rechnung; Rechnungs-Manager
account Abrechnung; Rechenschaft; Rechnung; Verantwortung Aufsatz; Bericht; Faktur; Firma; Geschäftskunde; Gutachten; Konto; Kunde; Lesung; Rechnung; Referat; Vorlesung; Vortrag; Windows Live-Konto
clearance Abrechnen; Abrechnung; Verrechnung Beilegung; Einigung; Einklarieren; Erledigung; Regelung; Schlichtung; Verzollen; Zollerklärung
settlement Abrechnen; Abrechnung; Verrechnung Abkommen; Abmachung; Abtragen; Abzahlen; Anordnung; Ansiedlung; Ausgleich; Begleichung; Beibezahlen; Beilegung; Besiedlung; Bestimmung; Definition; Einhämmern eines Bolzens; Einigung; Erledigung; Errichtung; Fügung; Genugtuung; Gründung; Kolonisation; Kompromiß; Niederlassung; Ordnung; Regeln; Regelung; Regulierung; Schlichtung; Schuld begleichen; Siedlung; Standort; Urbarmachung; Vereinbarung; Verfügung; Vergleich; Zahlen; Zahlung; Zubezahlen
settlement of an account Abrechnung

Synoniemen voor "Abrechnung":


Wiktionary: Abrechnung

Abrechnung
noun
  1. Vergeltung für empfundenes Unrecht
  2. Berechnung der Kosten, des Aufwandes
Abrechnung
noun
  1. an opinion or judgement

Computer vertaling door derden: