Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Siedlung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Siedlung (Duits) in het Engels

Siedlung:

Siedlung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Siedlung (Standort; Niederlassung; Errichtung; Ansiedlung; Gründung)
    the colony; the settlement
  2. die Siedlung (Niederlassung; Ansiedlung)
    the settlement

Vertaal Matrix voor Siedlung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colony Ansiedlung; Errichtung; Gründung; Niederlassung; Siedlung; Standort
settlement Ansiedlung; Errichtung; Gründung; Niederlassung; Siedlung; Standort Abkommen; Abmachung; Abrechnen; Abrechnung; Abtragen; Abzahlen; Anordnung; Ausgleich; Begleichung; Beibezahlen; Beilegung; Besiedlung; Bestimmung; Definition; Einhämmern eines Bolzens; Einigung; Erledigung; Fügung; Genugtuung; Kolonisation; Kompromiß; Niederlassung; Ordnung; Regeln; Regelung; Regulierung; Schlichtung; Schuld begleichen; Urbarmachung; Vereinbarung; Verfügung; Vergleich; Verrechnung; Zahlen; Zahlung; Zubezahlen

Synoniemen voor "Siedlung":


Wiktionary: Siedlung

Siedlung
noun
  1. A colony that is newly established; a place or region newly settled

Cross Translation:
FromToVia
Siedlung settlement nederzetting — een vestiging, een bewoonde plaats

Computer vertaling door derden: