Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Mal:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mal (Duits) in het Engels

Mal:

Mal [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Mal
    the time
    – an instance or single occasion for some event 1
    • time [the ~] zelfstandig naamwoord
      • this time he succeeded1
      • he called four times1
  2. Mal (Wundmal des Christus)
    the stigma; the brand
    • stigma [the ~] zelfstandig naamwoord
    • brand [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brand Mal; Wundmal des Christus Anfertigung; Brandmal; Gütezeichen; Handelsmarke; Handelszeichen; Herstellung; Markenzeichen; Schutzmarke; Schwert; Warenzeichen; Zeichen
stigma Mal; Wundmal des Christus Schandfleck; Schandmal
time Mal Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit; time
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brand ankreuzen; brandmarken; einbrennen; kennzeichnen; markieren; merken; stigmatisieren; zeichnen
time die Zeit stoppen; stoppen

Synoniemen voor "Mal":


Wiktionary: Mal

Mal
noun
  1. Kurz für angeborene, auffällige Hautpartien
  2. Mathematik: Zeichen für die Multiplikation; Malzeichen
  3. Zeichen, oft kurz für Merkmal
  4. bestimmter Zeitpunkt; Moment; die Anzeige eines Wiederholungsfaktors oder einer Reihenfolge
Mal
noun
  1. dark spot on the skin
  2. a mark on the skin formed before birth
  3. scar or birthmark
  4. instance or occurrence

Cross Translation:
FromToVia
Mal time maal — telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt
Mal time keer — telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt
Mal time; occasion fois — Reprise

Verwante vertalingen van Mal