Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Zerrung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zerrung (Duits) in het Engels

Zerrung:

Zerrung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zerrung (Verrenkung; Verstauchung)
    the straining; the twisting; the wrenching; the spraining
  2. die Zerrung (Verstauchung; Verrenkung)
    the sprain; the dislocation

Vertaal Matrix voor Zerrung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dislocation Verrenkung; Verstauchung; Zerrung Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung
sprain Verrenkung; Verstauchung; Zerrung Muskelzerrung
spraining Verrenkung; Verstauchung; Zerrung Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung
straining Verrenkung; Verstauchung; Zerrung Filterung; Filtration; Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung
twisting Verrenkung; Verstauchung; Zerrung Biegung; Drehung; Krümme; Krümmung; Kurve; Schlaufenbogen; Schleife; Schlinge; Verdrehung; Verschlingung; Windung
wrenching Verrenkung; Verstauchung; Zerrung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprain ausrenken; verrenken; verstauchen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
twisting gewunden; schlängelnd; sichschlängelnd; sichwindend

Synoniemen voor "Zerrung":


Wiktionary: Zerrung

Zerrung
noun
  1. Medizin: Eine durch direkte oder indirekte Gewalteinwirkung oder Überbeanspruchung des Bewegungsapparates ausgelöste, schmerzhafte Überdehnung der Bänder, Sehnen oder Muskeln, die noch nicht zu einer mechanischen Zerstörung geführt hat.