Beträufeln in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor beträufeln (Duits) in het Engels

beträufeln (besprühen; begießen)
squirt water upon; to wet; to water
- squirt water upon werkwoord
- wet werkwoord (wets, wetted, wetting)
- water werkwoord (waters, watered, watering)
beträufeln (begießen; spritzen; besprengen; bewässern; besprühen; sprühen; hineingießen; bespritzen)
to sprinkle; to wet; to water
- sprinkle werkwoord (sprinkles, sprinkled, sprinkling)
- wet werkwoord (wets, wetted, wetting)
- water werkwoord (waters, watered, watering)

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
water		Gewässer; Wasser
wet		Dusselchen; Schlemihl; Schwächling
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sprinkle	begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen	ausgießen; ausreiben; ausschütten; ausstreichen; ausstreuen; aussäen; besprengen; besprenkeln; einsprengen; schütten; sprengen; sprenkeln; streuen; stürzen; verteilen
squirt water upon	begießen; besprühen; beträufeln
water	begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen	berieseln; bewässern; irrigieren; tränen; tränken; zu trinken geben
wet	begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen	abtupfen; anfeuchten; befeuchten; tupfen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wet		beschlagen; feucht; feuchtkalt; klamm; naß; regnerisch; trüb; trübe