Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. klamm:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor klamm (Duits) in het Engels

klamm:

klamm bijvoeglijk naamwoord

  1. klamm (feucht; naß; beschlagen; feuchtkalt)
    moist; wettish; damp; wet; liquid
    • moist bijvoeglijk naamwoord
    • wettish bijvoeglijk naamwoord
    • damp bijvoeglijk naamwoord
    • wet bijvoeglijk naamwoord
    • liquid bijvoeglijk naamwoord
  2. klamm (naßkalt; kalt; feucht; )
    cold and damp; cold; chilly; clammy; chilli

Vertaal Matrix voor klamm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cold Erkältung; Kälte; Kühle; Kühlheit; Schnupfen; Zurückhaltung
liquid Feuchtigkeit; Flüssigkeit; Getränk; Naß
wet Dusselchen; Schlemihl; Schwächling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
damp mäßigen
wet abtupfen; anfeuchten; befeuchten; begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen; tupfen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chilli feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm cool; feuchtkalt; frisch; frostig; frästelnd; fröstelig; fröstelnd; gleichgültig; kalt; kaltherzig; kälteempfindlich; kühl; naßkalt; nüchtern; reserviert; verfroren; ziemlich kalt
chilly feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm cool; feuchtkalt; frisch; frostig; frästelnd; fröstelig; fröstelnd; gleichgültig; kalt; kaltherzig; kälteempfindlich; kühl; naßkalt; nüchtern; reserviert; verfroren; ziemlich kalt
clammy feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm beschwitzt; feucht; riechend nach Schweiss; schwammig; schweißbedeckt; schweißig; verschwitzt; weich
cold feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm cool; dürr; feuchtkalt; frostig; fröstelnd; füchterlich; gleichgültig; himmelschreiend; kahl; kalt; kaltherzig; kühl; naßkalt; rauh; streng; wenig aussichtsreich; wüst
damp beschlagen; feucht; feuchtkalt; klamm; naß dampfend; dunstig; naß; neblig; qualmig; regnerisch; trüb; trübe
liquid beschlagen; feucht; feuchtkalt; klamm; naß dünn; flüssig; liquid; schal; verlängert; wässerig; wäßrig; zahlungskräftig
moist beschlagen; feucht; feuchtkalt; klamm; naß
wet beschlagen; feucht; feuchtkalt; klamm; naß naß; regnerisch; trüb; trübe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cold and damp feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm
wettish beschlagen; feucht; feuchtkalt; klamm; naß

Synoniemen voor "klamm":


Wiktionary: klamm

klamm
adjective
  1. feucht, oft in Verbindung mit dem Empfinden von Kälte
klamm
adjective
  1. Cold and damp

Verwante vertalingen van klamm