Duits

Uitgebreide vertaling voor ramponiert (Duits) in het Engels

ramponiert:

ramponiert bijvoeglijk naamwoord

  1. ramponiert (beschädigt; kaputt; defekt; )
    damaged
    – harmed or injured or spoiled 1
    • damaged bijvoeglijk naamwoord
      • I won't buy damaged goods1
      • the storm left a wake of badly damaged buildings1
    crushed; cracked; in rags; to pieces; broken; gone to pieces; snapped; in shreds; moth eaten; ruptured
    torn
    – having edges that are jagged from injury 1
    • torn bijvoeglijk naamwoord
    tattered
    – ruined or disrupted 1
    • tattered bijvoeglijk naamwoord
      • a tattered remnant of its former strength1
      • my torn and tattered past1
    battered
    – damaged especially by hard usage 1
    • battered bijvoeglijk naamwoord
      • his battered old hat1
  2. ramponiert (angeschlagen; beschädigt; havariert)
    battered; in shreds; in rags; damaged; tattered; to pieces
  3. ramponiert (geschunden; schadhaft; angeschlagen; beschädigt; havariert)
    disfigured; damaged; marked
  4. ramponiert (verwundet; angeschlagen; havariert; beschädigt)
    injured; wounded

Vertaal Matrix voor ramponiert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
injured Opfer; Verletzte; Verwundete
wounded Verletzte; Verwundete
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
battered angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; havariert; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
broken angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; geknickt; gerädert; in Scherben; in Stücken; kaputt; kaputtgebrochen; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
cracked angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen bekloppt; bescheuert; plemplem; verrückt; wild; übergeschnappt
crushed angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen abgeplattet; zerbrochen
damaged angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; geschunden; havariert; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
disfigured angeschlagen; beschädigt; geschunden; havariert; ramponiert; schadhaft beschädigt; entstellt; mißgebildet; verkrüppelt; verunstaltet
injured angeschlagen; beschädigt; havariert; ramponiert; verwundet
marked angeschlagen; beschädigt; geschunden; havariert; ramponiert; schadhaft
ruptured angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen bankrott; eingerissen; gerissen; ruiniert; zerrissen
tattered angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; havariert; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen pockennarbig
torn angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen bankrott; eingerissen; gerissen; kaputt; ruiniert; zerbrochen; zerrissen
wounded angeschlagen; beschädigt; havariert; ramponiert; verwundet angeschossen; getroffen; verletzt; verwundet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gone to pieces angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
in rags angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; havariert; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
in shreds angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; havariert; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen
moth eaten angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen pockennarbig
snapped angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen geknickt
to pieces angeschlagen; beschädigt; defekt; durchgebrochen; entzwei; gebrochen; havariert; kaputt; kaputtgebrochen; ramponiert; schadhaft; zerbrochen; zerrissen bankrott; beschädigt; in Scherben; kaputt; ruiniert; zerbrochen

Synoniemen voor "ramponiert":