Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Aufgeblasenheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufgeblasenheit (Duits) in het Spaans

Aufgeblasenheit:

Aufgeblasenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Aufgeblasenheit (Geschwollenheit)
    la hinchazón

Vertaal Matrix voor Aufgeblasenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinchazón Aufgeblasenheit; Geschwollenheit Anschwellung; Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Ausdehnung; Beule; Deklamation; Höcker; Knorren; Quetschung; Quetschwunde; Schwellung; Verdickung; Wulst

Synoniemen voor "Aufgeblasenheit":

  • Angebertum; Großkotzigkeit; Großmäuligkeit; Großspurigkeit