Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Aufpasser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufpasser (Duits) in het Spaans

Aufpasser:

Aufpasser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aufpasser (Babysitter)
    la guardas
    • guardas [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Aufpasser (Wärter)
    el vigilante; la persona espabilada

Vertaal Matrix voor Aufpasser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guardas Aufpasser; Babysitter Deckblätter; Umschläge
persona espabilada Aufpasser; Wärter
vigilante Aufpasser; Wärter Aufseher; Ausguck; Bürgerwache; Hüter; Inspizient; Portier; Posten; Saalwärter; Schildwache; Torwächter; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vigilante aufmerksam; bedacht; bedachtsam; bedächtig; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam

Synoniemen voor "Aufpasser":


Wiktionary: Aufpasser


Cross Translation:
FromToVia
Aufpasser monitor monitor — someone who watches over something