Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Bahnhof:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bahnhof (Duits) in het Spaans

Bahnhof:

Bahnhof [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bahnhof (Haltestelle; Rundfunkstation)
    la estación
  2. der Bahnhof

Vertaal Matrix voor Bahnhof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estación Bahnhof; Haltestelle; Rundfunkstation Jahreszeit; Saison
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
estación ferroviaria Bahnhof

Synoniemen voor "Bahnhof":


Wiktionary: Bahnhof

Bahnhof
noun
  1. in Deutschland: Bahnanlage, die über mindestens eine Weiche verfügt und an der Züge beginnen, enden, halten, ausweichen oder wenden dürfen

Cross Translation:
FromToVia
Bahnhof estación de ferrocarril; estación railway station — place where trains stop
Bahnhof estación station — place where a vehicle may stop
Bahnhof estación gare — (vieilli) marine|fr tronçon de voie fluviale aménagée pour faciliter la circulation et la protection des navire.

Verwante vertalingen van Bahnhof