Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal möbliert

Vertaal möbliert van Duits naar Spaans

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. möbliert:
  2. möblieren:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor möbliert (Duits) in het Spaans

möbliert:

möbliert bijvoeglijk naamwoord

  1. möbliert
    amueblado

Vertaal Matrix voor möbliert:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amueblado möbliert

Synoniemen voor "möbliert":

  • eingerichtet; mit Möbeln ausgestattet

möblieren:

möblieren werkwoord (möbliere, möblierst, möbliert, möblierte, möbliertet, möbliert)

  1. möblieren (ausstatten; einrichten)
    decorar y amueblar; arreglar; amueblar

Conjugations for möblieren:

Präsens
  1. möbliere
  2. möblierst
  3. möbliert
  4. möblieren
  5. möbliert
  6. möblieren
Imperfekt
  1. möblierte
  2. möbliertest
  3. möblierte
  4. möblierten
  5. möbliertet
  6. möblierten
Perfekt
  1. habe möbliert
  2. hast möbliert
  3. hat möbliert
  4. haben möbliert
  5. habt möbliert
  6. haben möbliert
1. Konjunktiv [1]
  1. möbliere
  2. möblierest
  3. möbliere
  4. möblieren
  5. möblieret
  6. möblieren
2. Konjunktiv
  1. möblierte
  2. möbliertest
  3. möblierte
  4. möblierten
  5. möbliertet
  6. möblierten
Futur 1
  1. werde möblieren
  2. wirst möblieren
  3. wird möblieren
  4. werden möblieren
  5. werdet möblieren
  6. werden möblieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde möblieren
  2. würdest möblieren
  3. würde möblieren
  4. würden möblieren
  5. würdet möblieren
  6. würden möblieren
Diverses
  1. möblier!
  2. möbliert!
  3. möblieren Sie!
  5. möbliert
  6. möblierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor möblieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arreglar Abwickeln; Anordnen; Anpassen; Arrangieren; Erledigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amueblar ausstatten; einrichten; möblieren
arreglar ausstatten; einrichten; möblieren Freiden schließen; Maßregeln treffen; abrechnen; anordnen; anrichten; aufbauen; aufstellen; ausbessern; ausgleichen; ausrichten; bauen; beheben; beilegen; bereiten; beseitigen; deichseln; einordnen; einrichten; einsetzen; einteilen; erbauen; erfrischen; erneuern; errichten; festlegen; fixen; flicken; gestalten; gutmachen; herrichten; hinkriegen; in Ordnung bringen; innovieren; installieren; instand setzen; instandsetzen; klären; kochen; montieren; nachzahlen; neugestalten; ordnen; organisieren; regeln; regulieren; renovieren; reparieren; restaurieren; sich fügen; steuern; tilgen; veranstalten; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederfinden; wiederherstellen; wiederinstand setzen; zahlen; zubereiten; zurückfinden
decorar y amueblar ausstatten; einrichten; möblieren

Synoniemen voor "möblieren":


Wiktionary: möblieren

Cross Translation:
FromToVia
• möblieren → amueblar; amoblar ↔ furnish — to provide with furniture

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0446 seconde
Page rendered in 1.0 seconds