Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Zusteller:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusteller (Duits) in het Frans

Zusteller:

Zusteller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zusteller (Bote; Kurier; Eilbote; Laufbursche; Laufjunge)
    le porteur; le livreur; le facteur
    • porteur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • livreur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • facteur [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zusteller (Postbote; Kurier; Briefträger; )
    le facteur
    • facteur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zusteller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
facteur Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller Element; Faktor
livreur Bote; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Zusteller
porteur Bote; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Zusteller Besitzer; Besitzerin; Bringer; Eigentümer; Eigentümerin; Federhalter; Gepäckkarren; Gepäckträger; Halter; Inhaber; Inhaberin; Lastträger; Leichenträger; Lizenzinhaber; Transportunternehmer; Träger

Synoniemen voor "Zusteller":

  • Briefträger; Briefzusteller; Postbote; Postler; Postmann; Postzusteller; Pöstler; Berufstätiger
  • Verträger; Zeitungsausträger; Zeitungsbote; Zeitungsträger; Zeitungsverträger; Zeitungszusteller

Wiktionary: Zusteller


Cross Translation:
FromToVia
Zusteller livreur deliveryman — someone employed to make deliveries
Zusteller factrice; facteur letter carrier — post office employee
Zusteller facteur mailman — post office employee

Computer vertaling door derden: