Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Zusteller:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusteller (Duits) in het Zweeds

Zusteller:

Zusteller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zusteller (Bote; Kurier; Eilbote; Laufbursche; Laufjunge)
    varubud
    • varubud [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. der Zusteller (Postbote; Kurier; Briefträger; )
    brevbärare; postförare; postbud

Vertaal Matrix voor Zusteller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brevbärare Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller Briefträger
postbud Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller
postförare Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller
varubud Bote; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Zusteller Austräger; Jungen die beim Einkaufen helfen

Synoniemen voor "Zusteller":

  • Briefträger; Briefzusteller; Postbote; Postler; Postmann; Postzusteller; Pöstler; Berufstätiger
  • Verträger; Zeitungsausträger; Zeitungsbote; Zeitungsträger; Zeitungsverträger; Zeitungszusteller

Wiktionary: Zusteller


Cross Translation:
FromToVia
Zusteller brevbärare letter carrier — post office employee
Zusteller brevbärare mailman — post office employee