Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: aufgreifen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: aufgreifen

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

aufgreifen:
- Wiktionary:
  aufgreifen → oppakken
- Synoniemen voor "aufgreifen":
  habhaft werden; am Schlaffitchen zu fassen kriegen; arripieren; ergreifen; ertappen; erwischen; fangen; fassen; festnehmen; greifen; packen; schnappen; verhaften
  ansetzen; anknüpfen; fortsetzen; weiterspinnen

Duits

Uitgebreide vertaling voor aufgreifen (Duits) in het Nederlands

aufgreifen: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

aufgreifen:

Synoniemen voor "aufgreifen":

habhaft werden; am Schlaffitchen zu fassen kriegen; arripieren; ergreifen; ertappen; erwischen; fangen; fassen; festnehmen; greifen; packen; schnappen; verhaften
ansetzen; anknüpfen; fortsetzen; weiterspinnen

Wiktionary: aufgreifen

aufgreifen

verb

iemand gevangen nemen
- oppakken → aufgreifen; festnehmen