Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abtreten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abtreten (Duits) in het Nederlands

Abtreten:

Abtreten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abtreten (Ausscheiden)
    aftreden
  2. Abtreten (Verschwinden)
    verdwijnen; de verdwijning
  3. Abtreten (Kündigung; Absage)
    de aftreding
  4. Abtreten (Anfordern; Abtrennen; Abheben)
    opvraging; opvragen

Vertaal Matrix voor Abtreten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftreden Abtreten; Ausscheiden
aftreding Absage; Abtreten; Kündigung
opvragen Abheben; Abtrennen; Abtreten; Anfordern
opvraging Abheben; Abtrennen; Abtreten; Anfordern
verdwijnen Abtreten; Verschwinden
verdwijning Abtreten; Verschwinden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftreden aus dem amt treten
opvragen anfordern; anfragen; beantragen; einfordern; fordern
verdwijnen abfahren; abreisen; fortfahren; fortreisen; verschwinden; wegfahren; wegreisen