Akademiker in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Akademiker:
- wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar; geleerde; wijze; academicus; professor; hoogleraar; prof; hooggeleerde; doctorandus
Wiktionary:
- Akademiker → academicus
- Akademiker → academicus, academielid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Akademiker (Duits) in het Nederlands

der Akademiker (Wissenschaftler)
de wetenschapper; de wetenschapsbeoefenaar
- wetenschapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wetenschapsbeoefenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Akademiker (Gelehrte)
de wetenschapper; de geleerde; de wijze
- wetenschapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- geleerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Akademiker (Gelehrte)
de academicus
- academicus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Akademiker (Professor)
de professor; de hoogleraar; de prof
- professor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoogleraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- prof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Akademiker (Professor)
hooggeleerde
- hooggeleerde [znw.] zelfstandig naamwoord
der Akademiker (Doktorand)
de doctorandus
- doctorandus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
academicus	Akademiker; Gelehrte
doctorandus	Akademiker; Doktorand
geleerde	Akademiker; Gelehrte
hooggeleerde	Akademiker; Professor
hoogleraar	Akademiker; Professor
prof	Akademiker; Professor	Profi
professor	Akademiker; Professor
wetenschapper	Akademiker; Gelehrte; Wissenschaftler
wetenschapsbeoefenaar	Akademiker; Wissenschaftler
wijze	Akademiker; Gelehrte	Art; Methode

Absolvent einer Hochschule; Alumnus; Hochschulabsolvent; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Akademiker

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Akademiker	→ academicus	↔ academian — member of an academy
• Akademiker	→ academielid	↔ academician — member of an academy
• Akademiker	→ academicus	↔ academician — collegian