Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausfahren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausfahren (Duits) in het Nederlands

Ausfahren:

Ausfahren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ausfahren
    gaan rijden

Vertaal Matrix voor Ausfahren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaan rijden Ausfahren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaan rijden anfahren