Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Beben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beben (Duits) in het Nederlands

Beben:

Beben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Beben (Vibration; Erschütterung)
    de vibratie; de trilling
    • vibratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • trilling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. Beben (Erdbeben)
    de aardbeving
  3. Beben (Erschütterung)
    beven
    • beven [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. Beben (Erschütterung)
    de beving; gebeef
    • beving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gebeef [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Beben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardbeving Beben; Erdbeben
beven Beben; Erschütterung
beving Beben; Erschütterung
gebeef Beben; Erschütterung
trilling Beben; Erschütterung; Vibration Tremor; Zittern
vibratie Beben; Erschütterung; Vibration
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beven beben; bibbern; flimmern; frösteln; schütteln; vibrieren; zittern; zucken

Synoniemen voor "Beben":